Inwendige hartritmemonitor 

Een implanteerbare hartritmemonitor is een klein registratieapparaatje dat onderhuids in de hartstreek wordt geplaatst om langdurig (tot 3 jaar) uw hartritme te kunnen volgen. Het is ongeveer zo groot als een USB-stick. Andere benamingen zijn: Insertable Loop Recorder (ILR) of Inwendige Event Recorder (IER).

Een implanteerbare hartritmemonitor bestaat uit 3 onderdelen:

  • het apparaatje dat in het lichaam wordt geplaatst (implantaat)
  • afstandsbediening waarmee de patiënt aangeeft dat hij op dat moment klachten heeft (activator)
  • computer waarmee de cardioloog het apparaat instelt en waarop hij later de hartfilmpjes uitleest

Na de implantatie krijgt u voldoende uitleg over de werking van de monitor en wat u dient te doen bij klachten. 

Wanneer wordt een inwendige ritmemonitor geimplanteerd ? 

De arts kan een implanteerbare hartritmemonitor inzetten bij klachten die mogelijk veroorzaakt worden door een
afwijking in het hartritme en waarbij het hartritme over een langere periode dient gevolgd te worden.

  • het hart klopt af en toe te snel of te traag
  • bij patiënten die flauwvallen (een ‘syncope’ doormaken), zonder duidelijke oorzaak. De loop recorder kan dan eventuele hartritmestoornissen vaststellen indien zich opnieuw een syncope zou voordoen.
  • bij patiënten die een hersentrombose doormaakten waarvan de oorzaak niet kon achterhaald worden. Hartritmestoornissen zoals voorkamerfibrillatie zijn immers een vaak voorkomende oorzaak voor hersentrombosen. Deze ritmestoornis wordt echter niet altijd door de patiënt gevoeld. Middels een loop recorder kunnen deze ritmestoornissen gedetecteerd worden.

Hoe verloopt de implantatie ? 

De arts plaatst het apparaatje onder plaatselijke verdoving net onder de huid, meestal tussen het borstbeen en de linkerschouder. Een lokaal verdovingsmiddel wordt ingespoten op de plaats van de insnijding. Er wordt een insnede gemaakt van ongeveer 2 cm om het toestelletje onder de huid te kunnen schuiven. Hierbij kan wat druk ervaren worden. Bij pijn kan eventueel bijkomende verdoving toegediend worden. Na de plaatsing wordt de wonde gesloten met hechtingsdraad. De ingreep duurt ongeveer 30 minuten.

De implantatie van een hartritmemonitor is een eenvoudige ingreep met weinig risico's. De kans op een nabloeding of infectie is klein. 

Thuis zijn er in principe geen beperkingen. U kunt met uw hartmonitor zwemmen, in bad gaan en sporten zonder dat u bang hoeft te zijn de hartmonitor te beschadigen. 

Hoe lang kan de hartritmemonitor blijven zitten?

Het is van tevoren niet in te schatten hoe lang u de hartritmemonitor moet dragen. U komt op regelmatige tijdstippen regelmatig op controle om de registraties te bespreken.

Als duidelijk is waar uw klachten vandaan komen, bespreekt de cardioloog met u of er een behandeling nodig is en wanneer de monitor, wanneer u dat wenst, weer verwijderd wordt.

Werking

Het apparaat zal automatisch opnames maken van ritmestoornissen, maar u kan ook informatie vastleggen met een bijgeleverde afstandsbediening als u klachten hebt van duizeligheid of na flauwvallen.  Als u flauwvalt, slaat de hartritmemonitor uw hartritme op. Uw arts zal de hartritmegegevens uit uw monitor downloaden en bekijkt gegevens over uw hartritme van vóór, tijdens en na het flauwvallen, en aan de hand daarvan kan hij/zij vaststellen of het onverklaarbaar flauwvallen gerelateerd is aan een onregelmatige hartslag of ander hartprobleem. Een implanteerbare hartmonitor is voor langdurige gebruik. Vervolgens zal uw arts een behandelplan opstellen.U wordt met enkele maanden tussentijd op de polikliniek door de arts gezien. Hebt u zelf een opname gemaakt na flauwvallen, dan kan u best snel een afspraak voorzien. Het apparaat wordt dan met een computer uitgelezen, en de arts beoordeelt de data. Eens er relevante ritmestoornissen zijn vastgesteld, kan de verdere behandeling worden bijgestuurd (bijvoorbeeld met medicatie, pacemaker, defibrillator, .. )

Leven met een inwendige hartritmemonitor

Als u een geïmplanteerde hartmonitor heeft, kunt u bijna al uw normale dagelijkse activiteiten blijven uitvoeren. U kunt met uw hartmonitor zwemmen, in bad gaan en sporten zonder dat u bang hoeft te zijn de hartmonitor te beschadigen. 

De elektromagnetische velden in uw dagelijkse omgeving zijn meestal zwak en zullen uw implanteerbare hartmonitor niet beïnvloeden. Sterke elektromagnetische energievelden kunnen de gegevensverzameling van uw implanteerbare hartmonitor echter tijdelijk verstoren. 


Invloed van electrische apparaten

Elektromagnetische velden van apparaten kunnen de werking van de hartritmemonitor tijdelijk beïnvloeden. De meeste huishoudelijke apparaten of elektrisch gereedschap vormen echter geen probleem. Enkele voorzorgsmaatregelen:

  • Houd de mobiele telefoon tenminste op 15 cm afstand van de hartritmemonitor of aan het andere oor
  • Bewaar de telefoon niet in een hemdzak aan de kant van de hartritmemonitor. De afstand van 15 cm geldt voor alle apparaten met draadloze communicatie, zoals piepers, laptops met wifi en Bluetooth-apparaten
  • Passeer elektronische diefstalpoortjes snel, dan heeft dit meestal geen effect op het functioneren van het apparaat
  • Bij veiligheidsapparatuur op luchthavens kan het alarm afgaan vanwege de metalen onderdelen. Laat dan de identificatiekaart met informatie over de hartritmemonitor zien. Het apparaat beïnvloedt de hartritmemonitor zelf waarschijnlijk niet
  • Als de patiënt werkt met krachtige elektrische apparaten is het verstandig met de cardioloog te overleggen of maatregelen nodig zijn
  • Een MRI-scan is meestal toegestaan bij patiënten met een hartritmemonitor. Overleg dit vooraf met de arts
  • Vertel bij een medische ingreep of bij de tandarts dat je een hartritmemonitor hebt. Mogelijk zijn voorzorgsmaatregelen nodig